Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (2024)

Een persoonlijkverhaalTrijntje de Wit – Lezen moet je dóén (1)

Trijntje de Wit – Gosker (1948)

Het is 1980. Iksta voor de klas en geniet van mijn vak, vooral van de dagelijkse leeslessen. Want wat is er mooier dan een kind te mogen leren lezen? De blijdschap bij hetkind dat roept:Kijk juf,daar staataap!

In dat jaarwordt onze dochter Karlien geboren, een bijzonder meisje. Zij heeft het downsyndroom. Haar komst zal ons leven als gezin en zelfsmijn loopbaan ingrijpend veranderen.We gaanop bezoek bij een gezin in de buurt omdat Betsie daar woont. Ze is17 en heeft net als onze dochterhetdownsyndroom.We willen wetenhoe onze toekomst eruit kan zien.Tot onze verbazing zit Betsiedie avond op de bank een boekte lezen. Ik ben beduusd. Lezen? Kan dat? Wie heefthet haar dat geleerd? ‘Ik’, zegtmoeder, ‘op school weten ze niet dat Betsie kan lezen.’

Mijn nieuwsgierigheid als moeder èn leerkracht is gewekt. Het volgen van deopleiding ‘speciaal onderwijs’ is de eerste stap.Alsstudent begin ik onderzoek te doen opde zml school in onze stad.De onderzoeksgroep bestaat uit een voltallige VSO klas, 13-17 jaar oud. Eén leerling kan al lezen: Marc, die het lezen van zijn zusheeftgeleerd. Alle anderen zijn als tabula rasa: geen enkele leeservaring, dus ook geen negatieve!Elke week leren we een letter. Twee keer per week doen we een synthese oefening. En ondertussen ontdek ik het belang van de klankgebaren van Borel Maisonny die ik vond in de boeken van Professor Dumont.De kracht van diemotorische ondersteuning leidttot de titel van mijn scriptie: Lezen moet je dóén.

Het is de periode waarinKarliengaat leren lopen en haar eerste woordjes zegt. Ze ontwikkelt zich op dezelfde wijze als haar beide grote broers,alleen veel langzamer! Wat de jongens als vanzelf leken te leren, moet haar stap voor stap worden bijgebracht, als in een vertraagde film. Dat brengt mij op de vraag: Hoe vertraag je het leesproces? Hoe deed men dat vroeger? Hoe heeft de mensheid überhaupt het SCHRIFT ontdekt?En duslees ik over de ontwikkeling van het schrift en ontdek dat dit steedsbegint met beeldschrift: Egypte, China, Irak.Tegelijkertijdkom ik op het spoor van de pictoboekjes van Beppy Paulussen-van Vugt. Ik ga bij haar op bezoek in Venlo.Wat een mooi mens! Zij had toen de leeftijd die ik nu heb. Nog altijd ben ik haar dankbaar voor de manier waarop ze mij aanmoedigde eninspireerde.

Stap voor stap leren mijnleerlingen lezen. En telkens als er iets niet lukt vraag ik mij af wat aan de didactiek verbeterd kan wordenom hetze makkelijker te maken. Ik ontdekop die manier het grote belang van leesrichting, tot in de letters toe. Zoontstaan detien grondvormen waarmee je elke letter kunt verwoorden. Hetaanleren daarvanvraagtook weer om een eigen didactiek meteen aanpak die beschreven staatin Het Vormenboek.Na dediplomering (1985, cum laude)wordtde scriptie Lezen moet je dóénbewerkt tot methodiek enuitgegeven door de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO Enschede, 1986).Daarnakomt de vraag naar een methode die op deze methodiek kan worden gebaseerd. Dat worden de werkboekenLezen wat je kunt.

Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (2)Als hogeschooldocent geef ik vanuit hetSeminarium voor Orthopedagogiek talloze malen de cursus Lezen moet je dóén. Meercollega’s volgen, onder wieIneke Hendriks en Betsie Kroon.In 2003 komthet verzoek mee te willen werken aan het maken van een computerprogramma bij Lezen moet je dóén. Datresulteert inKijken en Kiezen(Groen,2005). Als dit programma klaar is begint een nieuwe periode van nascholing.Dit keersamen met Henk ten Cate.

Het is 2009 en de methode is aan revisie toe. Omdat er geen uitgever is die voor zo’n kleine doelgroep de methode kan uitgeven, doen we het zelf. Eerstde boeken Lezen wat je kunt (2009), dan Het Vormenboek (2014) en Zeggen wat je ziet (2015). Collega’s uit België vragen om eenVlaamse versie en die komt er nog datzelfde jaar (2015). Het laatste deel van deze revisie betrefthet Handige Klankenboekje(2016).Als dat klaar is en veel aftrek vindt, wordt besloten om toch ook alle delenvan Lezen wat je kunt nogmaals te moderniseren.Het is nu zomer 2016 en ook deze revisie van LWJK A,B, C en D is klaar: nog mooier, duidelijker enuitgebreider!

Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (3)Het reviseren en opnieuw cursus geven daagt mij ondertussen uit nog een stap verder te gaan: het ondertiteld beeldschrift dat al lang in mijn hoofdrondspookte, moest nudan toch maar eens het licht gaan zien. We leven in de mooie tijd van digitalisering. De mogelijkheden liggen binnen handbereik.
De tijd is rijp om hetPicto Semi Schrift te gaan ontwikkelen.De in 2011 aan dit project toegekendevan de Hermen J. Jacobsprijs biedt de financiëleruimte voor het nodige programmeerwerk en depictotekenaars. De Pictoschrijverwordt werkelijkheid!

Het is nu 2016 en de Pictoschrijver heeft er een broertje bijgekregen: De Pictozoeker.Hiermee kunnenleerkrachten en logopedisten depicto’s van het Semi Picto Schrift ook apart downloaden.En tussendoor kon, ook met steun van het Hermen J. Jacobsfonds, een gratis webpapp programmaatje worden gerealiseerd waarmee kinderen die zichzelf willen leren lezen aan de slagkunnen:Lees het zelf(2015).

Inmiddels is er een vastteam ontstaan rond Lezen moet je dóén:
Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (4)

  • Als eerste: dochter Karlien, altijd bereiddingen te testen en van commentaar te voorzien. Op de foto test ze een pictorecept.
  • Henk ten Cate, eigenaar van Kijken en Kiezen, verzorgt daarnaast nascholing rond Lezen moet je dóén.
  • Renier Vermaak, onzevaste programmeur.
  • Hans Driezen, verzorgt webwinkel en website.
  • Erik Gosker, met als bijnaam Picto Erik, adviseerten twittertvanuitde pictoschrijver.
  • Harry Gijsman, Tony Boiso en Marlies deWit zijn de pictotekenaars van het eerste uur.
  • José Kuijpers maakt wekelijks het Picto Nieuwsbegrip dat wij via Facebook doorgeven.
  • En dan zijn er nog de leesbegeleiders her en der over het land verspreid. Je vindt hun namen onder het kopje Leesbegeleiders.

Voor mij is de tijd gekomen om wat de nascholing betreft het stokje te gaan doorgeven aan de volgende generatie. Henk ten Cate en de leesbegeleiders Lineke van OostrumenAnne Agema hebben reeds ervaring in het geven van nascholing en het verzorgen van presentaties. Daarnaast zoeken we nog meer docentendie vanuit hun eigen praktijkervaring anderen op weg willen helpen. Vooral ookin België!Iets voor jou? Schroom niet, meld je aan!

In de komende tijd blijf ik me inzetten voorde verdere ontwikkeling van LMJD en de Pictoschrijver. En via e-mail blijf ik graagin contact metde gebruikers vandeze producten.

Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (5)

Trijntje de Wit-Gosker

Oh, ja, ik schrijf ook graag gedichten en speel metpictopoëzie.
Nieuwsgierig? Bekijk de experimentele dichtbundel Weerwoord.

Trijntje de Wit – Lezen moet je dóén (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Aracelis Kilback

Last Updated:

Views: 5924

Rating: 4.3 / 5 (44 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Aracelis Kilback

Birthday: 1994-11-22

Address: Apt. 895 30151 Green Plain, Lake Mariela, RI 98141

Phone: +5992291857476

Job: Legal Officer

Hobby: LARPing, role-playing games, Slacklining, Reading, Inline skating, Brazilian jiu-jitsu, Dance

Introduction: My name is Aracelis Kilback, I am a nice, gentle, agreeable, joyous, attractive, combative, gifted person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.